Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zaten er dertig Nederlandse militairen op Rottumeroog. Elf infanteristen en negentien mariniers moesten het noordelijkste stukje Nederland behoeden voor een Duitse aanval. Toen het in mei 1940 zover was werden ze snel ingerekend, krijgsgevangen gemaakt en naar Duitsland gebracht. Via Borkum, Emden, Bremen en Berlijn kwamen ze naar een dikke week in het kamp Luckenwalde aan. Een maand later mochten ze naar huis.

De dertig Nederlandse militairen op Rottumeroog werden “afgelost” door zeventig Duitsers van de marine. Ze werden ondergebracht in daarvoor gebouwde barakken op het eiland. Voogd Jan Toxopeus mocht aanvankelijk op het eiland blijven. Pas in 1943 moest hij het eiland verlaten. Pas na de bevrijding keerde hij op 17 mei 1945 terug naar zijn stek.

Veel hadden de Duitse bezetters niet te doen op Rottumeroog. Waar de Duitse soldaten het wel druk mee hebben gehad was de berging van aangespoelde lijken. Philip Reinders bracht in 2022 een Engelstalig boekje uit over oorlogsslachtoffers op Rottumeroog en Rottumerplaat. Hij biedt een lang overzicht van geallieerde vliegtuigen, die in de oorlogsjaren in de Noordzee neerstortten. De bemanning spoelde, als ze niet bekneld zaten op de zeebodem, aan op de Nederlandse en Duitse kusten. Zo ook op Oog en Plaat.

Een voorbeeld: de Vickers Wellington R3202 KO-J haalde Hamburg niet om een olieraffinaderij te bombarderen en stortte op 3 augustus 1940 in de Noordzee. De Canadese piloot Reginald Torrance Gerry spoelde drie weken later aan op Rottumeroog, waar Toxopeus hem een tijdelijk graf bood in de duinen van zijn eiland. Zeven jaar later werd hij herbegraven op de oorlogsbegraafplaats in het Gelderse Oldebroek. Andere bemanningsleden spoelden bij Usquert of Roodeschool aan op de kwelder. Weer anderen bleven altijd vermist.

Hoeveel slachtoffers op de Rottums aanspoelden is niet duidelijk. Toxopeus hield de stand goed bij, maar na zijn vertrek werd het een raadsel. Het lijkt er volgens Reinders op dat er 27 slachtoffers werden begraven op Rottumeroog. Dat waren niet alleen maar Britten en Canadezen, maar ook Fransen. In juli en augustus 1940 spoelden langs de hele Noordzeekust duizenden Franse soldaten aan, die bij de strijd en de evacuatie van Duinkerken te water raakten en verdronken. Met de stroom mee dreven ze naar het noorden. Op Rottumeroog kwamen er vijftien terecht, op Rottumerplaat nog eens zeven. Slechts een enkeling kon worden geïdentificeerd. Na de oorlog werden ze herbegraven in het Zeeuwse Kapelle.

Opvallend is ook de dood van de Friese verzetsman Pieter Blom, die in november 1944 omkwam op de Engelsmanplaat en op Rottumeroog aanspoelde. Hij begeleidde twee Amerikanen, die door landgenoten van de zandplaat gered zouden worden. Dat ging om niet opgehelderde wijze fout. Reinders suggereert dat er sprake was van verraad. Hoe het met de twee Amerikanen afliep blijft onduidelijk.

Er is veel gebeurd op Oog en Plaat in 1940-1945. Dat is duidelijk. Reinders beschrijft één aspect. Onlangs werd aangekondigd dat in 2023 een boek over de Rottums in de Tweede Wereldoorlog uitkomt, dat ongetwijfeld een bredere insteek heeft. We kijken ernaar uit.

Erik de Graaf

Philip Reinders, War Casualties at Rottumeroog and Rottumerplaat (2022).

Het boek kost 15 euro (+ 8,95 euro verzendkosten) en is te bestellen via reinders2@upcmail.nl. Meer info op de website van Missing Soldiers in the Netherlands.