Hoewel ik al sinds ik in Warffum woon lid ben van onze mooie club, 25 jaar inmiddels, kwam ik de laatste jaren niet regelmatig op de donateursbijeenkomsten. Zo gaat dat, bij mensen met een bezig leven, en daar reken ik mezelf ook onder. Bij de bijeenkomst op 15 oktober kon ik gelukkig aanwezig zijn.

En hoewel ik wel wist dat Erik de Graaf zijn taak als secretaris had neergelegd, of dat in ieder geval tijdens die bijeenkomst officieel zou doen, ik had er niet op gerekend dat er nog geen opvolger voor hem was. Dat werd mij pas ter plekke duidelijk, en ik voelde me geroepen. Ik kan het niet anders zeggen.

Na overleg met Erik en met Jan Nijland, die ik kende van een werkweek op Rottumerplaat in 2021, en ook met Maaike, die de ledenadministratie onder haar hoede heeft genomen – een taak die Erik eerder vervulde – heb ik laten weten dat ik het wel aandurf. Of het allemaal zal lukken moet nog blijken, maar het lijkt me doenlijk: kleine administratieve taken, notulen maken van bestuursvergaderingen en die in overleg met de voorzitter organiseren. Eerst nog wel ‘officieel’ benoemd worden, realiseer ik me nu ik dit schrijf.

Ik heb sinds ik lid ben een paar keer een week op Rottumerplaat mogen doorbrengen. Voor mij is dat eiland de mooiste plek op de wereld. Hoewel: dat geldt eigenlijk voor het hele Oostelijke waddengebied, zeker sinds ik daar de afgelopen jaren heb mogen droogvallen met de Wadder van mijn partner, en nóg dichter bij het tij en de vogels en de wind kon komen dan op een eiland.

Toen ik vorig jaar op Rottumerplaat aankwam en weer op de Gobi matten bij de ‘ingang’ van de verblijfs- en werkruimten stond, nadat ik mijn spullen had neergelegd op een bed in een van de kamertjes aan de lange gang in het stenen gebouw, en naar het westen toe uitkeek over de hele lengte van het eiland sprongen me de tranen in de ogen van ontroering. Het is een voorrecht om daar te mogen zijn, en door deze taak in het bestuur op me te nemen kan ik iets ‘terug’ doen. Dat deed ik overigens al een poosje, want ik verzorg al enige tijd de eindredactie van De Kaap.

Ik ontdekte de schoonheid van het Groninger Hogeland jaren geleden toen ik met man, kinderen, hond en een volledige kampeeruitrusting trektochten maakte door de Groninger maren in een aluminium Canadese kano. Dat leidde er uiteindelijk toe dat ik hier ook kwam wonen. Vooral het gevoel van ruimte vind ik heerlijk, en het gedragen worden door de stevige Groninger klei. Plus de nabijheid van de zee, die ik meen te kunnen zien aan de lucht erboven als ik van Warffum naar Uithuizen fiets.

En als ik op de dijk sta denk ik elke keer weer wat ik dacht nadat ik hier pas was komen wonen: in principe zou ik hier in het water kunnen stappen en helemaal naar het noorden van Noorwegen kunnen zwemmen zonder ook maar iets van menselijke activiteit tegen te komen. Behalve boten en het windmolenpark boven Borkum, inmidddels.
Maar ja, die zijn dan weer goed voor de energietransitie. Ik vind het fijn dat mijn vriendschap met de Rottums wat steviger gaat worden.

Kaja van Grieken

PS: de foto werd genomen tijdens een werkweek in 2021.