Over plaat en oog
Algemene informatie
Rottum
Rottum ligt in het oostelijk deel van de Waddenzee en bestaat uit drie eilanden: Rottumeroog, Rottumerplaat en de Zuiderduintjes. De eilanden, die deel uitmaken van de gemeente Eemsmond, liggen in een rustgebied (Natura 2000) van de Waddenzee en zijn niet vrij voor het publiek toegankelijk. Alleen naar Rottumeroog organiseert Staatsbosbeheer ieder jaar een beperkt aantal excursies.
Rottumeroog is vanaf de dertiende eeuw bewoond geweest, eerst door monniken van het klooster in Rottum. Het is ook enige tijd eigendom geweest van de Ierse graaf Clancarty (de ‘malle graaf’). Van 1738 tot 1965 werd Rottumeroog bewoond door voogden en hun gezinnen. Vanaf dat jaar is er geen permanente bewoning meer. Wel zijn medewerkers van Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer reglmatig aanwezig voor onderhoudswerkzaamheden, bewaking en monitoring van flora en fauna.
De Kaap op Rottumeroog –een gietijzeren lichtbaken- is een Rijksmonument.
In de jaren vijftig is op Rottumerplaat (tot die tijd een zandplaat) een stuifdijk aangelegd als onderdeel van de onzalige plannen om de gehele waddenzee in te polderen. Mede hierdoor is het een volwaardig waddeneiland geworden. Op Plaat is nooit permanent gewoond.
Tijdens het broedseizoen (1 april – 1 augustus) verblijven zowel op Rottumeroog als op Rottumerplaat twee vogelwachters. Als taak hebben zij onder andere het verrichten van tellingen en waarnemingen, de bewaking van het eiland en het melden van verstoringen. Jaarlijks worden hiervan rapporten opgesteld, die bij Staatsbosbeheer besteld kunnen worden.
Rottumeroog en Rottumerplaat ‘wandelen’ langzaam in oostelijke richting. Oog stuit daarbij op de Eemsmonding; of het eiland daarin geheel zal verdwijnen en hoe lang dat eventueel zal duren, is niet te zeggen. In het najaar van 1998 braken de duinen aan de noord-westkant door. De beroemde tuin van Toxopeus (de laatste voogd) verdween daarbij in de golven. Niet lang daarna is de voogdswoning door Rijkswaterstaat afgebroken en werd alle materieel naar de vaste wal verscheept. Aan de zuid-oostzijde groeit Rottumeroog aan, zij het minder dan het andere kant verliest.
Rottumerplaat groeit de laatste jaren juist enorm. Aan de noordkant van het eiland is een rif ontstaan dat het strand en de duinen aan de noordzeekant beschermt. Wel zijn de afgelopen jaren de Westerduinen geheel afgeslagen.
De betrokken minister wordt omtrent het beleid ten aanzien van de eilanden geadviseerd door de BAKR (Beheer Adviescommissie Kustverdediging Rottum). Hierin hebben naast de hierboven genoemde instanties ook zitting de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat (SVRR), de Waddenvereniging, de Vereniging van Oevereigenaren en het Waterschap Noorderzijlvest.
Na de bezetting in 1991 door Hendrik en Janny Toxopeus en de discussies die daarna over het onderhoud aan de eilanden losbarstten, hebben deze organisaties in 1993 een beheerregeling opgesteld voor de drie eilanden. De regeling hield onder andere in dat aan Rottumeroog in beperkte mate onderhoud mocht worden verricht (schoonmaken, helm en rijshout planten, enzovoorts). Staatsbosbeheer is verantwoordelijk voor het natuurbeheer op Rottumeroog en Rottumerplaat. Dit houdt onder andere in: regelmatig toezicht op verstoringen, enkele keren per jaar vuilruimen, monitoren en tellen van vogels en zeehonden (verplicht), (pers)voorlichting geven, excursies organiseren (ca. 24 per jaar), beheer en onderhoud aan gebouwen en wetenschappelijk onderzoek begeleiden. Van begin april tot eind juli zijn daarnaast op beide eilanden twee vogelwachters van Staatsbosbeheer gestationeerd.
De beheerregeling wordt iedere vijf jaar geactualiseerd en maakt onderdeel uit van het overkoepelende beheerplan voor de Waddenzee.
Over het onderhoudswerk op de eilanden zijn een aantal films gemaakt. Rob de Wind maakte in opdracht van de KRO ‘De Mannen van Rottum’. Hij tekende ook voor ‘Waddenzee – onze laatste wildernis’ waarvoor heel veel materiaal op Rottum is gedraaid. Daarnaast is ook een film gemaakt door Magda Augusteijn met de titél ‘Terug aan de Zee’.
Rottumerplaat verwierf landelijke bekendheid door het verblijf van Jan Wolkers en Godfried Bomans. Beiden brachten in 1971 een week in volstrekte eenzaamheid op het eiland door. Het enige contact dat ze met de buitenwereld onderhielden was het dagelijkse radiocontact met Willem Ruis.